HET HOF VAN DE TEMPELIERS te WAVER


In 1128 schenkt de Graaf Willem van Vlaanderen gronden aan de Orde van de Tempeliers. Iets later, in 1139 wordt dit voorbeeld gevolgd door de Graaf van Henegouwen en in 1142 door de Hertog van Brabant.

Bij hun terugkeer van de kruistochten, waarbij de heren in het Heilig Land van de hulp van de Tempeliers hebben genoten, wensen zij hen hiervoor met schenkingen hun dankbaarheid te betuigen.

Het oudste document dat over de stichting in Waver spreekt, is een bul van Paus Luce III, daterend van 1181-1183, waarbij hij zijn goedkeuring geeft voor het oprichten van de nederzetting. Het domein bevat 15 “ mansen (oppervlaktemaat) te bewerken gronden”, met de weiden, moerassen tot aan het riviertje Lasne.

Wat wordt er bedoeld met “te bewerken gronden”? Zeker “financieel werk”. Hoewel de Tempeliers nooit veel bezittingen hadden, proberen zij steeds huizen te vestigen om er hun financiële transacties in onder te brengen: het innen van de hun verschuldigde penningen, tienden en ook wisselbrieven. De Orde van de Tempeliers zou de eerste internationale bankorganisatie geweest zijn. Het geld in het Westen geïnd, dient voor het onderhoud van de militie die het Heilig Land moet beschermen.

Hun tweede werkzaamheid was vanzelfsprekend het ontginnen van gronden, zoals het de rol was van vele abdijen.

Volgens de regels van de Orde, was een andere bezigheid van militaire en godsdienstige aard. Want hun eigenschap was dat ze tegelijk monniken en soldaten moesten zijn.

Hun grote mariale devotie heeft er zeker toe bijgedragen een oord te kiezen, niet ver van het pelgrimsoord van Basse-Wavre gelegen. Aan de rand van het grote woud en langs de weg naar Brussel, hebben ze met zekerheid pelgrims en reizigers logies gegeven en hen op de onzekere wegen van toen hulp verleend.

In 1312, onder druk van de franse Koning Filips de Schone, heeft de Paus Clement V de Orde van de Tempeliers veroordeeld. Het hof van Waver, samen met alle andere bezittingen, ging over naar de Orde van de Ridders van Malta.

Tijdens de godsdienstoorlogen (tweede helft van de XVIe eeuw) werd het hof beschermd door Don Juan van Oostenrijk en Farnese. Maar toch vonden er vernielingen door de soldaten plaats.

Onder Lodewijk XIV kwamen meer dan 3.000 franse soldaten in de omgeving van het hof kamperen, slachtten er pluimvee voor hun voedsel en verwarmden zich met stapels hout ! De boer was al zijn voorraden kwijt.

Bij het aanleggen van de baan naar Brussel in 1768 verloren de Tempeliers heel wat gronden. De weg liep door hun domeinen. Het verlies bedroeg meer dan 2 hectaren. De hoeve werd nadien ook gedeeltelijk door een brand vernield.

Bij de Franse Revolutie werden alle kerkelijke orden afgeschaft en het hof van de “ci-devant Ordre de Malte” verkocht in 1796.

Sinds 1952 is het geen boerenbedrijf meer, maar een buitenverblijf.



De ligging

De hoeve en het domein zijn gelegen op een brede vlakte, in waaiervorm ten Oosten van de hoeve. Het zijn kleigronden, geëigend voor graanteelt en suikerbiet.

Ten Westen daalt de vlakte in een diepe en moerassige vallei tot aan het riviertje Lasne, In deze vallei waren vroeger de visvijvers van de hoeve aangelegd.



De kapel

Is het oudste gebouw van het geheel: 8,50 m. lang – 6,30 m. breed. Boven het klokkentorentje ziet men het Maltakruis en een haan.

De kapel heeft vijf gotische vensters, door blauwe steen afgerond. De ingang is links.

Bovenaan is een blazoen aangebracht met het wapen van “commandeur de Chantraine” en “Jérôme de Homblières”, beiden van de Orde van Malta. Overblijfselen van het wapen van “commandeur Pierre de la Fontaine”.

In de 18e eeuw kwam een karmeliet drie keer per week van het klooster van Waver om hier de mis op te dragen.

De kapel werd verkocht in 1799 (Franse Revolutie) en geraakte in verval, maar werd rond 1930 gerenoveerd. Het middelste glasraam stelt onze Lieve Vrouw met het kindje Jezus voor, rechts St. Hubertus, links St. Elooi.



De hoeve

Is een typische Brabantse hoeve, rechthoekig van vorm. Boven de ingangspoort ziet men het wapen van de “Commandeur de Chantraine”.

Links van de binnenkoer (20 aren) is het woongedeelte, geheel onafhankelijk van de andere gebouwen. Aan de andere kant, in het langste gedeelte was de schapenstal voor 200 dieren, er waren ook nog zwijnen, kalveren. Vroeger had men stallingen voor 18 paarden en 16 hoorndieren.

Aan de kleinere kant was de graanzolder. Het was dus een aanzienlijke hoeve.



Het huis van de sergeant

Bij de hoeve en de kapel staat het huis van de sergeant van het domein. Het heeft geen verdieping en dateert van 1739. Het bestaat uit een keuken, een kamer, een stal en een zolder.

Voor de stad Waver is de hoeve van de Tempeliers een getuige van haar verleden.

De gebouwen vormen een bezienswaardig geheel. Het is de moeite waard ze in goede staat te houden. De bossen en weiden erom heen zijn van belang als “groene long”, ook de boorden van de Lasne zijn schilderachtig.